SV | Toen de knechten van Hadar-ezer zagen, dat zij geslagen waren, voor het aangezicht van Israel, zo maakten zij vrede met David, en dienden hem; en de Syriers wilden de kinderen Ammons niet meer verlossen. |
WLC | וַיִּרְא֞וּ עַבְדֵ֣י הֲדַדְעֶ֗זֶר כִּ֤י נִגְּפוּ֙ לִפְנֵ֣י יִשְׂרָאֵ֔ל וַיַּשְׁלִ֥ימוּ עִם־דָּוִ֖יד וַיַּֽעַבְדֻ֑הוּ וְלֹא־אָבָ֣ה אֲרָ֔ם לְהֹושִׁ֥יעַ אֶת־בְּנֵי־עַמֹּ֖ון עֹֽוד׃ פ |
Trans. | wayyirə’û ‘aḇəḏê hăḏaḏə‘ezer kî nigəfû lifənê yiśərā’ēl wayyašəlîmû ‘im-dāwîḏ wayya‘aḇəḏuhû wəlō’-’āḇâ ’ărām ləhwōšî‘a ’eṯ-bənê-‘ammwōn ‘wōḏ: |
Toen de knechten van Hadar-ezer zagen, dat zij geslagen waren, voor het aangezicht van Israel, zo maakten zij vrede met David, en dienden hem; en de Syriers wilden de kinderen Ammons niet meer verlossen.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Toen de knechten van Hadar-ezer zagen, dat zij geslagen waren, voor het aangezicht van Israel, zo maakten zij vrede met David, en dienden hem; en de Syriers wilden de kinderen Ammons niet meer verlossen.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!